Stukje Bolivia en het zuiden van Peru

7 april 2014 - Cuzco, Peru

Na de Death Road te hebben overleefd besloten we even bij te komen aan het Titicacameer. Het hoogst gelegen bevaarbare meer ter wereld. 
We namen een bus naar Copacabana, een heel leuk hippie dorpje waar ze overal Bob Marley draaien. Het zat er stampvol met Chileense jongeren oftewel een hele gezellige sfeer. De volgende dag hebben we boot gepakt naar Isla del Sol. Dat is een schitterend eiland, je hebt totaal niet meer het gevoel dat je in Bolivia bent. Het weer is lekker warm, het eiland is schitterend en er is strand. We sliepen in een hostel aan het strand, de prijzen bleven gelukkig wel gewoon Boliviaans. We hadden maar 1 nacht voor Isla del Sol gepland, maar we wilden er eigenlijk minstens een week blijven. 
Helemaal ontspannen en uitgerust kwamen we weer in La Paz terug. We hadden namelijk plannen gemaakt om een berg te beklimmen en niet zomaar eentje: een 6088 meter hoge berg. Een dag van te voren moesten we ons melden om de uitrusting aan te passen (en te checken, je wil de berg namelijk niet op als er iets kapot is). De volgende ochtend werden we op zijn zachtst gezegd gespannen wakker. We reden naar Campo Basico dat al op een hoogte van 4800, dus dan zit je al bijna op dezelfde hoogte als de Mont Blanc wetende dat je nog meer dan een kilometer omhoog moet. De eerst dag was een trainingsdag. We liepen naar een gletsjer toe met al onze spullen. Daar leerden we wat te doen als je uitglijt, hoe te lopen op de sneeuw en op het laatst moesten we een verticale ijswand van 20 meter beklimmen met 2 ijsbijlen. Dat was wel heel spectaculair en hondsvermoeiend. 
Helemaal kapot, terwijl we nog 0 meter omhoog waren gegaan keerden we weer terug naar Campo Basico. Zo veel mogelijk rust gepakt en een beetje gekaart met nog een stel andere, mede bergbeklimmers. Op dag 2 van onze tocht na de lunch begonnen we dan officieël aan onze beklimming. We liepen, weer met al onze uitrusting op de rug, naar Campo Alto op een hoogte van 5300 meter hoogte. Dat was een hele mooie wandeling die eigenlijk nog wel meeviel. We kwamen daar rond 5 uur aan. Daarna gingen we eten en zo snel mogelijk slapen. Van slapen kwam helaas niet veel, want  bij Campo Alto aangekomen merkte je de hoogte wel. Mijn hartslag kwam zelfs in rust niet onder de 100. Uiteindelijk hebben we daar hoogstens een uurtje geslapen. Om 12 uur moesten we namelijk weer wakker worden om te ontbijten, ik was kotsmisselijk en ook Martijn leek het allemaal nog niet te bevatten. En om 1 uur in de nacht stonden we buiten in de vrieskou -10, om het laatste stuk naar de top af te leggen. De gids had ons verteld dat het ongeveer 5 a 6 uur lopen/klimmen/glijden zo zijn naar de top. Na 1 uur waren mijn benen al flink verzuurd, zuurstof is er op die hoogte namelijk maar zeer beperkt. En na 2 uur waren mijn benen totaal verzuurd. Uiteindelijk kwam het er op neer dat de gids beter had kunnen zeggen, het is 1 uur lopen en daarna nog 4 a 5 uur puur afzien. Want dat is het. Zeker het laatste stuk, 1 uur van de top af was heel zwaar. Ik was totaal gesloopt, gleed constant weg en helemaal recht lopen zat er niet meer in, maar je wil door. Anders heb je de afgelopen uren voor niks afgezien. 
Het leukste stuk kwam helaas nog. Het allerlaatste stuk is een hele smalle richel van 30 centimeter met afgronden naast je waar je u tegen zegt. Ik was helemaal in een trance dus ik had al 10 meter over de richel gelopen zonder het door te hebben. Tot ineens een Engelsman achter me riep: No mate, I can´t do that! Ik schrok op en besefte toen pas dat ik op een richel zat. 
Ik heb ongeveer 5 minuten in tweestrijd gezeten wat verder te doen. Ik heb geen hoogtevrees, maar ik ben ook niet 100% comfortabel met afgronden naast me terwijl ik alleen aan Martijn en de gids gezekerd zit. Uiteindelijk 15 minuten over die richel gelopen, maar de beloning was geweldig. 
Het uitzicht is zo adembenemend mooi. Je staat echt op het dak van de wereld. 
Achteraf gezien was het de beste ervaring die tot nu toe heb gehad, maar op het moment zelf is het alles behalve dat. Ik kan wel zeggen dat ik, zodra ik weer een beetje bijgekomen was, ontzettend trots op mezelf en op Martijn was. 
De terugweg deden we trouwens fluitend in ongeveer 1 uurtje, waarna we in La Paz gelijk zijn gaan slapen.

Om van die geweldige ervaring bij te komen, besloten we weer naar het Titicacameer te gaan aan de Peruaanse kant deze keer.
Daar boekten we vanuit Puno een tour naar de drijvende eilanden, genaamd Uros en 2 natuurlijke eilanden Amantani en Taquile. 
We gingen met een bootje het Tititcacameer weer op, met een hele gezellige groep. De eerste stop was een van de drijvende eilanden. Die eilanden liggen er al meer dan 1000 jaar en worden volledig gemaakt van een bepaald riet dat daar groeit. Elk jaar moeten ze het hele eiland weer renoveren. We kregen in het klein te zien hoe ze dat doen. Ook lieten de inwoners ons zien hoe ze er voor zorgen dat ze niet wegdrijven. Heel simpel, ze hebben 4 ankers waar ze zichzelf aan vastmaken. En we kregen nog een beetje cultuur mee. De mensen op de Uros eilanden spreken Aymara, wat een voor ons met niks te vergelijken taal is en zijn zeer op hun privacy gericht. Ze leven met ongeveer 6 families op zo´n eiland en voor de rest kennen ze nauwelijks buitenstaanders. Een leuk detail was wel, als ze ruzie hebben en er niet uitkomen dan komt de zaag van pas. Diegene die ruzie maakt wordt van het eiland afgezaagd, probleem opgelost!
Daarna gingen we naar Amantani. Daar spreken ze weer Quechua. De mensen daar hebben ook een cultuur van voor de Inca´s, maar zijn meer met de Inca´s gemixed geraakt. Het was ook een schitterend eiland. We werden allemaal ondergebracht in  een gastgezin met wie we ook zouden gaan eten. Wij hadden een ontzettend lief ouder stel die ons allemaal dingen vertelde over het eiland. We zijn ook nog naar een tempel gelopen, de Pachatata tempel. Die lag bovenop een heuvel, dus vanaf daar had je een geweldig uitzicht over het meer. ´s Avonds hadden we een traditioneel feest wat grappig was om mee te maken. De traditionele dans was niet moeilijk, elkaar handen pakken en rondjes rennen, maar wel vermoeiend. Dus na 1 uur was iedereen helemaal kapot en was het bedtijd.
De volgende morgen namen we afscheid van onze gastfamilie en gingen we naar het volgende eiland, Taquile. Het hele eiland staat op de UNESCO erfgoedlijst en terecht. Alles is nog heerlijk traditioneel. Zo is het daar gebruik om aan je kleding te laten zien of je vrijgezel bent of getrouwd. Voor mannen is het zo dat het aan de muts ligt die ze op hebben. Bij vrouwen was het iets lastiger te zien, maar was de vuistregel: heeft ze felle kleuren aan dan wil ze dus opvallen en is ze vrijgezel.
Op dat eiland zijn we tot een uur of 2 gebleven. Daar hebben we ook eindelijk onze duik in het meer genomen, behoorlijk fris.

Martijn en ik willen sinds die tour ook wel een beetje Quechua leren. Het Quechua werd ons verteld klinkt nog het meest als Japans en schijnt behoorlijk lastig te zijn. Maar toch lijkt het ons wel wat!

Liefs

 

5 Reacties

  1. Jan:
    8 april 2014
    Ha Stijn, goed om weer van je te lezen! Al hoor ik uit betrouwbare bron dat je alweer een stuk verder bent... Het tijdverschil? Grappig om te lezen dat er rond titikakameer in de afgelopen 11 jaar blijkbaar niks veranderd is... Ik heb er een hoop goede herinneringen aan! He Stijn, let goed op je zelf want ik wil graag alle verhalen nog in geuren en kleuren van jou zelf horen! Veel plezier, geniet ze, have fun!
  2. Pjotr:
    8 april 2014
    Hahahaha echt geweldig om dit weer te lezen! Zo te horen zijn jullie wel echt compleet in yolo-mode zeg, ga vooral zo door! Het lijkt me fantastisch om in al deze situaties te recht gekomen. Ik moet iedere keer lachen bij het woordje "tietietkakak" meer, 100 punten voor de Zuid-Amerikaan die dat bedacht heeft. Ik ben benieuwd naar je volgende verhaal, veel plezier daar!!
  3. Bomma en Bonpa:
    10 april 2014
    Wereldreiziger Stijn !
    Je verslag hebben we met verwondering, trots en toch wat zorg gelezen. Een geweldig avontuur, die berg, dat kennelijkl nog dagen in je hele lijf heeft gezeten.
    Goed dat je daarop op het Titikaka-meer met Martijn geen ruzie hebt gekregen want dan dobberde een van jullie nu nog op wat rietstengels op 4000m hoogte rond.
    Van het Zuiden van Peru en je verblijf in Arequipa, de plaats met het meest gelijkmatige klimaat van de wereld, schrijf je niets maar daarvan hebben we van het thuisfront gehoord.
    Cuzco is heerlijk hebben wij ervaren en nu ga je natuurlijk met het zigzag treintje ( oppassen voor zakkenrollers vooral in de tunnels als de ramen openstaan!!) naar Machu Picchu maar dat horen we nog wel.
    Groetjes, liefs, Bomma en Bonpa
  4. Oma en opa:
    10 april 2014
    Nou Stijn, je beschermengel heeft het wel druk gehad. Met de salmonella heeft hij het even laten afweten! We horen graag over je verdere plannen maar vooral hoe het nu met je gaat. We willen je vooral levend terugzien!
    Knuffels van oma en opa.
  5. Aukje:
    18 april 2014
    Ha lieve Stijn,
    Ik lees het wat laat, maar wat een avonturen jongen! Wij waren aan de Boliviaanse kant van het Titicacameer, we gaan nog eens heerlijk verhalen uitwisselen, alles komt weer terug! Ik ben benieuwd waar je nu bent en wat je aan het doen bent. Ik stuur je nog even een mailtje. Pas goed op jezelf en disfrutte! Liefs Aukje